Dag 6: lichte teleurstelling

Dag 6: lichte teleurstelling

De zon schijnt en de vogels fluiten. Het belooft een mooie dag te worden. We nemen ruim de tijd om te ontbijten, want we hebben nog een behoorlijke afstand af te leggen naar ons eindpunt Muxia.
Het heerlijke hotel biedt ons een gezond ontbijt met vers fruit en yoghurt, wat een ongekend genot is op de camino. Opgeladen en vol goede moed vervolgen we ons pad.

Het landschap is afwisselend met veel bomen, bloemen en heuvels en onderweg passeren we een aantal dorpjes. Ik hou ervan om de dag te verdelen tussen wandelmomenten en genotsmomentjes. En zo bewegen we vandaag van dorp naar dorp en van café-con-leche naar tortilla.
Naarmate de kilometers verstrijken, verandert het landschap. We zien minder bloemen onderweg en lopen nu afwisselend door naaldbossen en over rotsige heuvels. Af en toe horen we fluitende vogels om ons heen. Verder is het stil. De enige pelgrims die we vandaag tegen komen, lopen ons tegemoet. Zij lopen de route andersom.

Zodra we palmbomen zien, weten we zeker dat de zee niet ver meer is. Na elke heuvel hopen we een glimps op te vangen, maar behalve charmant ogende dorpjes met felgekleurde huizen, zien we nog niets.

Aan het eind van de middag krijgen we het zwaar. De zon schijnt fel en de vermoeidheid begint toe te slaan. We hebben al vele hoogtemeters in onze benen zitten en bij elke berg hopen we dat het de laatste is. Kletsend en mopperend kuieren we verder. Maar dan worden we eindelijk beloond! Tussen de boomtoppen door zien we ineens het blauw van de oceaan. Het einde is in zicht!
Met nog een paar kilometer te gaan zetten we flink de pas er in.

Na bijna 26 kilometer en duizend hoogtemeters komen we in Muxia. Het stadje is prachtig gelegen op een landtong, aan de baai van Figuera. De kleurrijk geschilderde huizen zien er lieflijk uit. Het water oogt azuurblauw en in de baai zien we een jachthaven waar vissersbootjes wachten op vertrek.
Teleurgesteld ontdekken we dat het eindpunt helemaal aan de andere kant van het stadje lig, op de punt van de kaap. Hoewel ik het liefst mijn schoenen wil uitgooien en mijn voeten wil laten afkoelen in het heldere zeewater, verlangt er iets in mij om tóch nog even door te gaan.
Vermoeid en verhit lopen we zwijgend verder. We volgen de camino pijlen, maar halverwege het stadje raken we de borden kwijt. We besluiten om de boulevard te volgen en hopen dat dit de kortste weg is. Maar wanneer we gepasseerd worden door een touringcar, weten we dat dit niet de juiste route is.
Zodra we het einde van de boulevard naderen, zien we de vuurtoren, de kerk en een groepje toeristen. Zijn we er?! We voelen ons gedesorienteerd. Waar is de camino en waar bevindt zicht kilometerpaal 0.0?
We banen een weg door de drukte. Lopen langs de kerk en zien dan pas dat het eindpunt achter ons ligt, op een heuvel. Mijn voeten branden en mijn benen lijken te blokkeren, ik wil niet nóg meer hoogtemeters. Ik zet me over mijn frustratie heen en loop verder.
Net voor het eindpunt vraagt een toerist aan mij waar ik vandaan kom. Zijn vraag overvalt me en ik merk dat ik geirriteerd reageer. Ik ben moe, verlang naar het eindpunt en zit volledig in mijn eigen wereld.
Elke stap die ik zet doet pijn. Wanneer ik er bijna ben, kijk ik op. Saskia staat er al.
Ze heeft haar doel bereikt en staat vol trots bij Kilometer 0.0 Het eindpunt waar het pad eindigt in de zee.
Ik ben opgelucht dat we er zijn, maar ben tegelijkertijd ook licht teleurgesteld. Ik had onze aankomst heel anders voorgesteld.

Na een uitgebreide fotoshoot bij ons eindpunt, stel ik voor om zo snel mogelijk onze schoenen uit te doen. We gaan toasten op de goede afloop en dan proberen we het morgen gewoon nog een keer.
Het steentje dat ik heb meegedragen uit Santiago hou ik nog even bij me.*

* Volgens de traditie van de camino, draag je een steentje mee vanaf het beginpunt. Dit steentje staat symbool voor de last of datgene wat je wilt achterlaten. Dit kan ergens onderweg zijn, of bij het eindpunt.

Dumbria - Muxía, 28 km

Back To Top